Het jippie-een-blogje blog

Een verzameling willekeurige gedachten, opmerkingen, foto's, links en noem maar op. Samenhang, daar doen we niet aan.

zondag, december 26, 2010

De twintig beste films van 2010

De sneeuw ligt al weken op de daken, de eerste Sinterklaashorrorfilm is weer uit de bioscopen verdwenen, het kerstmaal is verteerd en langzaam aan begin je zin te krijgen in oliebollen, champagne en vuurwerk. Er kan dus meer één conclusie zijn: de tijd van de eindejaarslijstjes is weer aangebroken.

En wie de beste films van dit jaar op een rijtje wil zetten, moet vol aan de bak. Want zoals eigenlijk elk jaar, leverde ook 2010 weer behoorlijk wat moois. Er waren goede blockbusters (Toy Story 3, Kick-Ass, Iron Man 2, The Social Network, Inception), verrassend sterke kleine films (Ajami, Four Lions, The Messenger, Winter's Bone) en er was ook weer de inmiddels verplichte kleinschalige sciencefictionfilm die het zonder veel bombarie tot één van de beste films van het jaar wist te schoppen (vorig jaar Moon, dit jaar Mr. Nobody).

Natuurlijk waren er ook weer tegenvallers. Zo werd The Last Airbender dit jaar toch niet de zo gehoopte wederopstanding van voormalige belofte M. Night Shyamalan (al bleek het door hem geproduceerde Devil verrassend goed te pruimen) en probeerde Alice in Wonderland wanhopig met kleurtjes, riedeltjes, markante personages en gekke Burtonesque beelden de aandacht af te leiden van het gapende emotionele en inhoudelijke vacuüm in het eigen hart; overigens zonder succes.

Niet zozeer een tegenvaller, als wel een middelmatige film die door velen onterecht tot kunst werd verheven, was The Bad Lieutenant: Port of Call New Orleans. Grootste kracht van de film was een over-the-top geschifte Nicholas Cage (in één van zijn weinige goede rollen van de laatste jaren), maar verder bracht Werner Hertzog's film toch vooral veel standaard politiegebeuren dat opgeleukt werd met wat zogenaamd kunstzinnige, maar vooral zinloos psychedelische scènes met leguanen en een aligator. Waarom deze opgewarmde lauwe hap vorig jaar de Amerikaanse jaarlijstjes haalde en dit jaar de Europese, is dan ook een volkomen raadsel.

Toch is de balans aan het eind van het jaar weer grotendeels positief. Het aanbod goede films bleek uiteindelijk dan ook weer méér dan groot genoeg om een aantal waardige kandidaten de toegang tot deze top-20 te ontzeggen. Up in the Air (Clooney in de rol van zijn leven), Kick-Ass (heerlijk oneerbiedige superheldenpersiflage), The Town (een moderne Heat die bewees dat Ben Affleck tóch kan acteren), The Box (een lekker eigenzinnige sciencefictionthriller van Richard 'Donnie Darko' Kelly), Where the Wild Things Are (een viering van jeugdige fantasie), The Ghost Writer (waarmee Roman Polanski bewees de kunst nog niet verleerd te zijn), The Princess and the Frog (een sympathieke terugkeer naar de Disneyanimatiefilms van weleer), Shutter Island (die ándere realiteitverdraaiende film waarin DiCaprio issues heeft met zijn vrouw), Iron Man 2 (de leukste straight-up blockbuster van het jaar) en Green Zone (een lekker actuele, puntje-van-je-stoel Irakthriller) haalden het uiteindelijk allemaal nét niet, maar krijgen bij deze een eervolle vermelding.

Ondanks dat de keuze dit jaar dus weer behoorlijk ingewikkeld was, had het allemaal best nóg wat lastiger kunnen zijn. Want hoewel ik toch weer een fikse lading nieuwe films zag (de teller is uiteindelijk rond de 50 bioscoopfilms geëindigd – en dan tel ik de festivalfilms zonder officiële release en de films met alleen een DVD-première niet mee), zijn er toch weer een aantal (vermoedelijk) sterke films die ik gemist heb omdat ik er simpelweg niet aan toe gekomen ben. Ongetwijfeld ga ik het volgende lijstje komend jaar nog inhalen, maar wie zoekt naar gedoodverfde eindejaarslijstkandidaten als A Single Man, Lebanon, Exit Through the Gift Shop, The American, Yo Tambien of How To Train Your Dragon, moet ik teleurstellen: ik heb ze nog niet gezien.

Na deze inleiding is het nu dan echt tijd voor al die films die wél deze eindejaarslijst wisten te halen. Dus: hier zijn ze weer, de twintig beste films van 2010. Natuurlijk weer van plek 20 naar plek 1, om de spanning erin te houden. Alvast veel leesplezier en – als deze lijst zijn werk een beetje doet – ook alvast veel kijkplezier!

(Waarschuwing: Bij elke film wordt doorgelinkt naar de trailer. In een aantal gevallen geeft de trailer grote delen van het plot weg. Kijk dus op eigen risico, als je de betreffende film nog niet hebt gezien).



20.

Craz
y Heart.Eigenlijk heb je het verhaal van Crazy Heart al veel vaker gezien. Het meest recent nog als The Wrestler, die vorig jaar nog mijn eindejaarslijstje haalde. Ging die film over een gevallen worstelheld, daar gaat Crazy Heart over een gevallen en aan de drank verslaafde muzikant die soms ineens het podium af moet rennen om buiten in een vuilnisbak te kunnen kotsen. Toch is het net als bij The Wrestler – die van de twee overigens de betere film is – niet het overbekende verhaal dat de show steelt, maar de prestatie van de hoofdrolspeler. De loser Bad Blake is de beste rol van Jeff Bridges sinds hij The Dude speelde in het in het meesterlijke The Big Lebowski (al was die rol wel compleet onvergelijkbaar). Dat Bridges zijn prestatie levert in een verder buitengewoon charmante film met lekkere countrymuziek, maakt Crazy Heart één van de fijnste kijkervaringen van dit jaar. Een film om schaamteloos in weg te zakken. (trailer)


19.

Scott Pilgrim vs. The World. Micheal Cera als actieheld. Ongeloofwaardig? Inderdaad. Cera zet hier hier tussen de vele Motal Kombat-achtige ADHD-gevechten door, namelijk gewoon weer zijn overbekende charmante-vreemdeling-routine aan en is daarmee meteen de zwakste schakel in deze verder uitstekend gecaste film. Met flitsende hoofdpijnopwekkende effecten, allerhande verwijzingen naar computerspellen, televisieseries en films en een moordend tempo, is deze film absoluut niet voor de massa bestemd, al doen de vele CGI-effecten op het eerste gezicht misschien anders vermoeden. Als uitstekende verfilming van een populaire cultcomic is Scott Pilgrim vs. The World zeer geslaagd en heeft daarmee alles in zich om nog jarenlang een grote culthit te zijn. Geef je inwendige nerd de ruimte en ga kijken! (trailer)


18.

Balibo. Balibo heeft tegen het eind van zijn speelduur één van de meest beklijvende en schokkende scènes van welke film uit 2010 dan ook. Het is dan ook mede dankzij deze heftige gebeurtenis dat dit één van de beste films van het jaar wordt. Balibo vertelt het politieke verhaal van Australische journalisten die een kijkje gaan nemen in Oost-Timor ten tijde van de pogingen de invloed van Indonesië af te schudden. De film speelt voor het overgrote deel 30 jaar in het verleden en toont gebeurtenissen waarvan de Indonesische regering nog altijd ontkent dat ze gebeurd zijn. Toch is Balibo, genoemd naar de plaats waar de belangrijkste gebeurtenissen zich afspelen, niet louter een politiek pamflet. Hoewel de verschillende personages niet allemaal genoeg screentime krijgen om je aan ze te hechten, hakken de gebeurtenissen er desondanks flink in. Balibo is daardoor de beste politieke film van het jaar. (trailer)


17.

An Education. Het succes van An Education laat zich kort samenvatten: Carey Mulligan. Hoewel dat de rest van deze rolprent wel iets tekort doet, steelt deze relatieve nieuwkomer op eigen kracht de show. Ze is charmant, heeft een unieke uitstraling en bewijst hier dat ze met gemak een hele film als leading lady kan dragen. En gezien de rollen die nog op stapel staan , gaan we de komende jaren nog veel meer van haar zien. (Zo zat ze dit jaar al in het vervolg op de jaren '80 klassieker Wall Street en is ze binnenkort te zien in de veelbelovende film Never Let Me Go, samen met Keira Knightley en de eveneens veelbelovende Andrew Garfield). Overigens heeft An Education nog veel meer te bieden dan alleen de doorbraak van Mulligan. De film is tot de nok toe gevuld met heerlijke personages, goede acteerprestaties en mooie locaties. Tot slot is vooral het uitmuntende script van de bekende schrijver Nick Hornby (wiens boeken – About A Boy, High Fidelity – overigens nog weleens verfilmd willen worden) noemenswaardig. Hij slaat met zijn dialogen en scènes exáct de juiste toon aan, waardoor de filmwereld van An Education zozeer gaat leven, dat het bijna een extra personage wordt. Een uitstekende, rustige, mooie en bovenal buitengewoon charmante film. (trailer)


16.

The Social Network. Dat The Social Network dit jaar bovenaan menig eindejaarslijstje is geëindigd, is niet meer dan logisch. David Fincher geeft hier namelijk een masterclass Hollywoodregie. Elk shot en elke camerabeweging zijn raak. En het script van meesterschrijver Aaron Sorkin – onder andere bekend van zijn voortreffelijke werk voor televisieserie The West Wing – hangt van spitsvondige dialogen en scherpe conversaties aan elkaar. Dat beide heren dit presteren met een film waarin personages de gehele speelduur babbelen over een website, is dan ook een prestatie van wereldklasse. Koppel daaraan de uitstekende acteerprestaties van de hoofdrolspelers (ja, zélfs van Justin Timberlake) en het resultaat is één van de beste films van het jaar. Ondanks dat alles, haalt The Social Network uiteindelijk tóch niet de allerhoogste regionen van deze lijst. De reden is simpel: de film mist passie en emotie. Bovendien krijgen Sorkin en Fincher het niet voor elkaar om de persoonlijke achtergrond van het belangrijkste conflict uit de film aannemelijk te maken. Je snapt weliswaar de rédenen voor de breuk tussen de twee beste vrienden die leidt tot de rechtszaak waaraan het plot via flashbacks wordt opgehangen, maar nooit snap je waarom de heren het überhaupt ooit zo ver hebben laten komen. Helaas is dat geen bewuste ambiguïteit van Fincher en Sorkin, maar een gemis dat symptomatisch is voor het gebrek aan persoonlijk inzicht in de mensen die deze film bevolken. En dat gemis zorgt ervoor dat The Social Network weliswaar één van de allerbeste films van het jaar is, maar toch nét geen instant-klassieker wordt. (trailer)


15.

A Serious Man. In deze moderne versie van het verhaal van Job uit de bijbel, verliest een Joodse wiskundeprofessor beetje bij beetje alles dat het leven de moeite waard maakt. De Coen Brothers maken van de teloorgang van hun hoofdpersonage een gitzwart relaas die vragen oproept over menselijke integriteit, de rol van verhalen in het menselijk leven en die de aandacht vestigt op de het complete gebrek aan betekenis van het menselijk bestaan. Dat dat alles onverwachts ook nog eens vreselijk komisch is, is dan ook eigenlijk heel verrassend. A Serious Man is een uitstekende film van de Coen Brothers, al laten ze zich hier wel iets teveel gaan. Wat meer coherentie en een wat meer afgerond verhaal (de film stopt wel, maar kent eigenlijk geen slot), had A Serious Man echter absoluut geen kwaad gedaan. Desondanks is wat overblijft van een dermate uitmuntende kwaliteit, dat de film ook in zijn huidige toestand niet in dit eindejaarslijstje mag ontbreken. (trailer)


14.

The Road. The Road is een postapocalyptische film, vol lege landschappen, ingestorte gebouwen, armoede en andere verplichte elementen van het genre. Toch is dit geen opgewarmde hap. Zo komt de kijker nooit te weten wát er nu precies gebeurd is en vormt de relatie tussen de vader en de zoon – die verder naamloos blijven – de basis van wat we te zien krijgen. Het resultaat is een intens treurige film over de uitzichtloze leegheid van het bestaan, die voor de rasoptimisten onder ons ondanks alles toch op een positieve noot weet te eindigen. Het is niets meer dan een speldenprikje licht in de weemoedige schemering van de rest van The Road, maar is na al het voorgaande wel van harte welkom. The Road kijk je niet omdat het leven zo leuk is, maar vanwege de uitstekende acteerprestaties, het aangrijpende plot, de prachtige beelden en een paar gedenkwaardig heftige scènes. Het eindresultaat is één van de meest indrukwekkende films van het jaar. (trailer)


13.

Celda 211. Celda 211 opent met een man die in de gevangenis zelfmoord pleegt door rustig zijn polsen door te snijden en zijn aderen te laten leegstromen. Direct zijn twee dingen duidelijk. Eén: deze film is niet bang om wat bloed te tonen; en twee: Celda 211 lijkt in niets op relatief gezellige gevangenisfictie als Prison Break, The Green Mile of The Shawshank Redemption. In elk ander jaar was Celda 211 dan ook met afstand de beste gevangenisfilm van het jaar geweest, maar dit jaar heeft de film concurrentie van Un Prophète. Toch is Celda 211 heel anders. De film kent meer actie en meer spanning en heeft minder aandacht voor de sociale vraagstukken die op de achtergrond spelen. Celda 211 is een grimmige, gewelddadige en deprimerende film over een schijnbaar tot mislukking gedoemde opstand. Ondanks een ietwat vergezocht uitgangspunt (nieuwe gevangenisbewaarder komt per ongeluk in een opstand terecht en wordt aangezien voor een gevangene), weet de film het ongeloof van de kijker effectief in een hoekje te zetten en je te laten meeleven met wat er met hoofdpersonage Juan en grote bruut Malamadre (leider van de opstand) gebeurt. Celda 211 is een heerlijk grimmige actiethriller die zenuwslopend spannend is én weet te raken. (trailer)


12.

El Secreto de Sus Ojos. El Secreto de Sus Ojos (Engelse titel The Secret in Their Eyes) won dit jaar de Oscar voor beste buitenlandse film en het is niet moeilijk in te zien waarom. Deze Argentijnse thriller is een bijna perfecte mix van emotie, weemoed, spanning en mysterie en heeft een heerlijk slot, dat velen met open mond in de bioscoopzaal achterliet. De chemie tussen hoofdrolspelers Ricardo Darín en Soledad Villamil is uitstekend, het centrale 25 jaar oude moordmysterie intrigerend en aangrijpend en de regie is trefzeker. Het is een perfect uitgevoerde thriller die op basis van de heerlijk lome sfeer, mooie beelden en de uitstekende ontknoping tot één van de juweeltjes van dit jaar behoort. (trailer)


11.

Buried. Zwart beeld. Gehijg op de achtergrond. Wat geschuifel. En dan ineens het licht van een aansteker. Zo opent Buried, een film waarin hoofdpersonage Paul Conroy (Ryan Reynolds), van beroep vrachtwagenchaffeur in Irak, wakker wordt in een kist. Begraven. Onder de grond. Regisseur Rodrigo Cortés bewandelt met Buried een gedurfde route: héél de film, een volle 90 minuten lang, bevinden wij ons in de kist met Paul en beleven wij z’n angstvallige, claustrofobische situatie realtime met hem mee. Het resultaat is een intense kijkervaring die de kijker geen minuut rust gunt. Knap is het dat Cortés het beklemmende gevoel de gehele speelduur weet te behouden en dat de film van begin tot eind weet te boeien, ondanks dat we alleen maar kijken naar Ryan Reynolds – in de beste rol van zijn carrière – tussen zes houten planken. Enige dissonant in het geheel is een leuk bedachte, maar volkomen geforceerde en ongeloofwaardige actiescène in de kist. Cortés had die scène niet nodig en onderbreekt daar zijn verder zo overtuigend gebrachte verhaal op onplezierige wijze. Ineens zit de kijker spreekwoordelijk niet meer met Paul in de kist, maar beseft hij dat hij naar een film kijkt. Zonde. Gelukkig is de rest van Buried méér dan in orde. Het unieke concept zorgt voor een nagelbijtend spannende kijkervaring die je niet snel nog eens zult beleven. Gaat dat zien! (trailer)


10.

Un Prophète. Veel dichter bij een nieuwe Godfather zullen we de komende jaren niet meer komen. Net als in deel 2 van de beroemdste gangstertrilogie allertijden, zien we hier hoe een relatief onschuldige man – hier gevangene Malik El Djebena, waarvan nooit duidelijk wordt of hij schuldig is en wat hij dan precies heeft gedaan – een transformatie tot grote crimineel begint. De film snijdt grote thema's aan, zoals het falen van het (Franse) gerechtelijk systeem, de effectieve criminele kweekvijver in de gevangenissen en de minachting van velen voor Fransen van Arabische afkomst. Hoewel de film dat met verve doet, is het meest indringend de geleidelijke transformatie van de charmante Malik. Het ene moment is hij zo onschuldig als een kind (als hij voor het eerst de zee ziet, of gewoon eens van de buitenlucht mag genieten) en het andere is hij een meedogenloze moordenaar. Un Prophète is de beste gevangenis- én de beste gangsterfilm in jaren. (trailer)


09.

Inception. Over Inception hoef ik hier niet zoveel meer te vertellen. Als je hem nog niet gezien hebt, kruip dan onder je steen vandaan en ren naar de videotheek. Met Inception bewees Christopher Nolan dit jaar opnieuw dat hij één van de grootste talenten is die er in Hollywoord rondlopen. Zijn intelligente megablockbuster is de moeite van het kijken – en herkijken – meer dan waard en zal nog tijden lang aanleiding geven tot vele kroegdiscussie over hoe de verschillende droomlagen nu precies in elkaar zitten. Ondanks dat alles is Inception niet het meesterwerk dat velen ervan maakten. De aandacht en precisie waarmee Nolan het plot benadert, heeft hij niet over voor zijn personages. Dat blijven dan ook grotendeels simpele archetypen om zijn labyrintische plot aan op te hangen. Maar omdat dat plot uiteindelijk zo sterk is, mag dat de pret verder absoluut niet drukken. Eén van de allerbeste films van het jaar. (trailer)


08.

The Lovely Bones. The Lovely Bones is één van de meest onderschatte films van het jaar. In de internationale filmpers werd de rolprent door velen afgedaan als te lief, zweverig, sentimenteel of nietserig. Dat was echter niet terecht. Wie bereid was voorbij de mooie maar schreeuwerige CGI te kijken, vond een heerlijk geacteerd, indringend en treurig meesterwerkje dat bij lange na niet zo suikerzoet was als de kleuren in Susie Salmon's tussenwereld deden vermoeden. Bovendien bleek hoofdrolspeelster Saoirse Ronan een uitstekende keus. Met haar spel en sprekende gezicht, weet ze de aandacht van de kijker de hele film lang gemakkelijk vast te houden. Ook Stanley Tucci verdient een pluim. Als pedofiele buurman George Harvey speelt hij één van de griezeligste, vieste, meest gedurfde en ronduit nare rollen uit zijn loopbaan. Het eindresultaat is een film die weet te raken en die de kijker ook na het verlaten van de bioscoopzaal niet zal loslaten. (trailer)


07.

The Messenger. Het lijkt de meest vreselijke baan die je kunt hebben: de familieleden van militairen vertellen dat hun geliefden zijn gestorven in Irak. Toch is dat precies wat Will Montgomery (Ben Foster) en Tony Stone (Woody Harrelson) doen. Ze worden geslagen en bespuugd, maar blijven rustig en tonen medeleven. De heftige confrontaties tussen de heren en de familieleden en de pogingen van beiden om een leven te leiden naast de vele emoties die ze dagelijks actief dan wel passief te verwerken krijgen, zorgt voor een ijzersterk uitgangspunt. Koppel dat aan de geweldige acteerprestaties van Foster en Harrelson – die hiervoor beiden een gouden beeldje verdiend hadden – en het maakt uiteindelijk niets meer uit dat het plot verder eigenlijk niet eens zo héél bijzonder is. Een dikke aanrader. (trailer)


06.

The Hurt Locker. Stiekem had ik The Hurt Locker bij het uitblijven van een bioscooprelease al in mijn endejaarslijst van 2009 opgenomen, maar nadat de film de Oscar won, kwam hij hier alsnog in de bioscoop. Omdat de film nog altijd onverminderd goed is, neem ik hem hier dan ook gewoon nogmaals in de lijst op. Vorig jaar schreef ik het volgende: “The Hurt Locker is dé actiefilm van het jaar. Het is een adrenaline-giert-door-je-lichaam, hap-naar-adem spannend spektakel over een bommenopruimingseenheid van het Amerikaanse leger in Irak. 'Oh nee, niet wéér iets over Irak', hoor ik je nu denken. Maar: wees niet bang. The Hurt Locker blijft verfrissend genoeg gespeend van politieke statements. In plaats daarvan is het een indringend, tijdloos document geworden over oorlog in zijn algemeenheid. Als persoon die dit veilig vanachter een computerscherm tikt in een land dat niet in oorlog is, kan ik er eígenlijk niet over oordelen, maar: ik heb het vermoeden dat The Hurt Locker de ervaring van deelnemen aan een moderne oorlog beter spiegelt dan welke andere grote film dan ook. Als je denkt dat pulpfilms als Transformers: Revenge of the Fallen of 2012 – hoe amusant hun slechtheid ook is – een achtbaanrit vormen, geef dan The Hurt Locker eens een kans. Een wereld van verschil.” (trailer)


05.

Winter's Bone. Winter's Bone vertelt het verhaal van Ree Dolly (een ijzersterke rol van jonge actrice Jennifer Lawrence) die op zoek gaat naar haar vader om zo uitzetting uit haar huis te voorkomen. Het wordt een nachtmerrieachtige ontdekkingstocht door het barre landschap op het Ozark plateau in het midden van de Verenigde Staten, waarbij de onderhuidse spanning – ondanks lange, lome scènes – de kijker soms bíjna teveel wordt. Zo spat vooral de eerste ontmoeting tussen Ree en oom Teardrop – die overduidelijk meer weet over haar vader, maar niets wil vertellen – van het scherm. De film is verder tot in het pure celluloid doorspekt met de grote armoede van Ree en haar buren en wordt door een klein groepje Amerikaanse critici daarom afgedaan als poverty porn: eens lekker kijken naar het armoedige leven waar de kijker anders geen weet van zou hebben. Die typering doet Winter's Bone echter tekort. De barre omstandigheden worden nergens ondersteund door vioolpartijen of opzichtige pogingen om de sympathie van de kijker te wekken, maar fungeren simpelweg als achtergrond voor een knap stukje pure, onvervalste cinema vol prachtige scènes en heerlijke beelden. Winter’s Bone won dit jaar op het Amerikaanse Sundance Festival de Grand Jury Award en de prijs voor beste script en beiden zijn dikverdiend. (trailer)


04.

Four Lions. Het klinkt als een vreselijk slecht idee: een komedie over islamitische zelfmoordterroristen. De film zorgde bij release dan ook voor flink wat opschudding; vooral in thuisland Groot-Brittannië. Alle kritiek is echter volkomen onterecht. Four Lions barst niet alleen uit z'n voegen van hilarische grappen en situaties, maar weet ook op buitengewoon intelligente wijze de vinger op de pijnlijke plekken van de hedendaagse westerse samenleving te leggen. De film zet je tussen lachsalvo's door vrijwel ongemerkt aan het denken. Van de sympathieke zelfmoordterrorist die opkomst voor de rechten van zijn vrouw, via zijn streng islamitische broer die geweld schuwt, maar niet met vrouwen praat, tot de zelfmoordenaar die zo dom is dat hij niet eens snapt dat hij eígenlijk tegen dat hele zelfmoordgebeuren is: Four Lions speelt met de verwachtingen en weet je continu op het verkeerde been te zetten en is zo veel gelaagder dan je op basis van louter de flauwe, droge Britse grappen zou verwachten. (trailer)


03.

Ajami. De (beperkte) publiciteit rond Ajami plaatste de film in de hoek van politiek bewogen films met het hart op de goede plaats en een issue om om aan de kaak te stellen. En hoewel deze prachtige mozaïekfilm op de achtergrond inderdaad continu beïnvloedt wordt door het Palestijns/Israëlisch conflict, is het eindresultaat een stuk universeler dan de trailers doen vermoeden. Waar veel van dit soort mozaïekfilms te weinig tijd geven om mee te kunnen leven met de personages, weet Ajami met efficiënte penseelstreken de kijker van het begin af aan de levens van de hoofdpersonages in te slepen. Samen met de spannende en ontroerende gebeurtenissen, de uitmuntende acteerprestaties en het ijzersterke script – dat qua structuur wel wat aan Pulp Fiction doet denken – is deze film van nieuwkomers Scandar Copti en Yaron Shani, die het script en de regie deden, het beste debuut van het jaar. Een vrijwel perfecte kijkervaring, waar helemaal niets op af te dingen valt. (trailer)


02.

Mr. Nobody. Paralelle werelden, een labyrintisch plot en niet één, maar meerdere centrale romances. Op het eerste gezicht is het niet heel vreemd dat uiteindelijk vrijwel niemand iets van de anonieme sciencefictionfilm Mr. Nobody heeft meegekregen. Zelfs het basisgegeven laat zich niet simpel omschrijven. Gaat Mr. Nobody nou over een warrige oude man die zijn verleden niet meer op een rijtje heeft, over een jongetje die op het moment van een grote beslissing alle zijn mogelijke levenspaden voor zich uitgestippeld ziet, of kijken we naar hoe verschillende dimensies onder invloed van een grote, apocalyptische gebeurtenis op het punt staan voorgoed op te houden met bestaan? Wie het zeker weet, mag het zeggen. Toch is Mr. Nobody een stuk toegankelijker dan de centrale premise doet vermoeden. De film gebruikt de complexe, maar elegante verhaalstructuur om een ijzersterk en ontroerend verhaal te vertellen over mensen, relaties, gevoelens en de keuzes die ons leven vormgeven. Deze mengelmoes van romantiek, dramatiek, wetenschap, futuristische technologie, mijmerende heimwee naar vervlogen tijden en de (on)vermijdelijkheid van het leven is daarom dan ook één van de allermooiste films van het jaar. (trailer)


01.

Toy Story 3. Pixar maakt al jarenlang films die de moeite waard zijn. Maar uit compleet onverwachte hoek – het derde deel in een kinderfilmreeks leidt over het algemeen niet tot héle hoge verwachtingen – hebben ze dit jaar hun pièce de résistance afgeleverd. Toy Story 3 is simpelweg de perfecte Pixarfilm; het is dan ook moeilijk voor te stellen hoe de computerkunstenaars deze prestatie nu nog kunnen verbeteren. Woody, Buzz Lightyear en alle andere bekende speelgoedpoppetjes weten op ontroerende wijze het einde van de kindertijd in wat CGI-beelden te vangen. Toy Story 3 is daarmee een prachtige ode geworden aan het kind in ons allemaal. De figuurtjes die uit de computers van Pixar komen rollen, zijn menselijker dan het gros van de échte personages die dit jaar op de bioscoopschermen te zien waren. Het eindresultaat zal zelfs de allergrootste cynicus weten te raken. Met recht de beste film van het jaar. (trailer)

Dat waren ze, de beste 20 films van 2010. Een ieder die nog naar een verdere toelichting zoekt of die op zoek is naar meer eindejaarslijstplezier verwijs ik met veel plezier naar het filmjaaroverzicht van de Recensent, waar ik – samen met andere filmrecensenten – natuurlijk ook weer aan meewerkte. Op het moment van publiceren staat dat overzicht nog niet online, maar daar komt deze week verandering in. Hou de frontpage dus in de gaten!

(Op zoek naar de 20 beste films van 2009? Klik dan hier).

1 Comments:

  • At 12:52 p.m., Blogger Ninia said…

    geen enkele reactie op deze blogpost? Wel wat sneu. Ik gebruik het als naslagwerkje voor wat ik nog wil zien :)

     

Een reactie posten

<< Home